Ruim 9 op de 10 werknemers wil meer zeggenschap over werkplek
Van de werknemers die de afgelopen twee jaar heeft thuisgewerkt, wil 92% meer zeggenschap over de werkplek. Dat blijkt uit recent onderzoek van de FNV onder haar leden.
Bijna 5.400 werknemers, voornamelijk afkomstig uit de financiële sector, overheidssectoren en zorg en welzijn vulden de enquête in. Vooral cao-afspraken over thuiswerken, een wettelijk recht op thuiswerken, en dat de werkgever moet aangeven waarom niet kan worden thuisgewerkt, scoort daarbij hoog als oplossing om meer zeggenschap te krijgen. Slechts 4% vindt dat werknemers op dit moment al genoeg zeggenschap hebben.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: “Dit is een overduidelijk signaal vanuit onze achterban. Veel mensen zijn tevreden over thuiswerken en willen dat deels blijven doen. Zij willen dit voor de toekomst vastgelegd zien in de wet, in plaats van dat alleen de werkgever straks weer kan opleggen waar gewerkt moet worden. Dat past ook bij deze tijd waarin werknemers meer zeggenschap over hun werk belangrijk vinden.”
SER-advies thuiswerken De SER bereidt momenteel een advies voor over de toekomst van het thuiswerken. En in de Tweede Kamer komt binnenkort een wetsvoorstel aan de orde dat de positie van werknemers sterker wil maken in het bepalen van de werkplek. Het kabinet wacht daarbij het SER-advies af. De FNV betrekt de uitkomsten van dit thuiswerkonderzoek bij haar inbreng in de SER.
Na bijna twee jaar thuiswerken ervaren veel FNV-leden de voordelen van het thuiswerken. Bijna driekwart geeft aan dat vooral voor dagelijkse werkzaamheden te willen doen. Het inwerken van nieuwe collega’s, informeel contact, brainstorms en trainingen kunnen beter op kantoor. Over de juiste werkplek voor presentaties en overleg met collega’s is men verdeeld.
Recht eenzijdig bij werkgevers Ruim 14% van de werknemers wil alleen nog maar thuiswerken, 5% alleen op kantoor. Thuiswerken bevalt (heel) goed, zegt driekwart van de geënquêteerden. Op dit moment voelt 78% zich niet (echt) gedwongen naar kantoor te gaan, ruim 17% wel (een beetje). Als straks het overheidsadvies om thuis te werken vervalt, zouden werkgevers weer het recht hebben te bepalen waar iemand werkt.
Jong: “Het eenzijdig bepalen door de werkgever kan na zo’n lange periode waarin mensen hebben ervaren dat thuiswerken prima lukt, niet meer. Werknemers willen naar kantoor voor specifieke werkzaamheden, maar voor dagelijkse werkzaamheden prefereert men de thuiswerkplek. Je kunt je er in het algemeen gewoon beter concentreren.”
Vergoeding en veilige werkplek Deelnemers aan de enquête konden ook aangeven wat afgesproken zou moeten worden met werkgevers bij een (gedeeltelijke) terugkeer naar de werkplek. Daarin scoort vooral het recht om thuis te kunnen werken hoog, naast een passende onkostenvergoeding voor reis- en thuiswerkkosten en een veilige en gezonde werkplek op kantoor.
Jong: “Nu thuiswerken een blijvertje wordt, moeten we ook passende en langer durende afspraken maken over thuiswerkvergoedingen. Daarnaast zou ik graag een koppeling zien met een ander wetsvoorstel dat voor iedereen moet gaan gelden: het recht op onbereikbaarheid zoals dat al in een aantal andere landen is afgesproken.” Op dit moment werkt ruim 60% van de 5375 respondenten helemaal thuis, bijna 32% combineert thuiswerken met werken op kantoor.