Op weg naar minder dan nul
CO2-voetafdruk, Broeikasgassen, Afval, Water en ga zo maar door, er zijn allerlei meetpunten die een bedrijf aan kan houden om duurzaamheid te meten. Bij Interface meten ze ze allemaal, al sinds 1996 toen er een grote benchmark neer is gezet. Maar hoe ga je van weinig vervuilen naar CO2-negatief? Duurzaamheid manager Janneke Leenaars vertelt alles over de reis van Interface.
Al die meetpunten, dat is niet alleen fijn om te weten, maar bied ook inzicht in de grote stappen die al gemaakt zijn. Zo heeft een tapijttegel nu, ten opzichte van 1996, een voetafdruk die 82% kleiner is. De grootste stappen, en volgens Interface de belangrijkste stappen, worden gemaakt als het gaat om ‘Virgin fossiele grondstoffen’. Oftewel, grondstoffen die nu nog uit de grond gehaald worden om een product te verwezenlijken.
Janneke Leenaars – Duurzaamheids manager bij Interface
Echte duurzaamheid helden
Dat Interface zo druk is met duurzaamheid komt niet uit het niks. Het beursgenoteerde bedrijf is al sinds 1973 maker van tapijttegels, maar in 1994 verandert er iets groots.
Ray C. Anderson was oprichter en voorzitter van Interface Inc., een van 's werelds grootste fabrikanten van modulair tapijt. Hij stond in milieukringen bekend om zijn vooruitstrevende en vooruitstrevende houding ten aanzien van industriële ecologie en duurzaamheid.
Anderson richtte zijn aandacht voor het eerst op het milieu in 1994, een klantvraag over wat ze eigenlijk deden voor het milieu zette hem aan het denken. Interface voldeed destijds enkel aan de wetgeving. Na een persoonlijke openbaring tijdens het lezen van Paul Hawken's ‘The Ecology of Commerce’. Besloot hij zich in te zetten voor een duurzamere industrie. Deze inzichten zette hem aan om een ‘Mission to Zero’ te starten. Iets wat we in 2024 steeds vaker zien, maar het is gemakkelijk om te vergeten dat een dergelijk idee twintig jaar geleden nauwelijks bestond.
Deze missie werd een groot onderdeel van zijn visie, Anderson legde de Mission Zero-reis vast in twee boeken, ‘Mid-Course Correction: Toward a Sustainable Enterprise: The Interface Model', en ‘Confessions of a Radical Industrialist: Profits, People, Purpose: Doing Business by Respecting the Earth'. Maar bij boeken bleef het niet, ook was het Interface verhaal een inspiratie voor meerdere documentaires en zelfs een film ‘So Right, So Smart’.
In 2007 werd hij uitgeroepen tot een van Time’s ‘Heroes of the Environment’. Serieuze voetstappen om in te volgen dus.
Verder dan nul
Inmiddels is het niet langer een mission to zero. Het gaat niet alleen meer om het elimineren van negatieve impact. De visie is nu om door te werken naar een realisatie van een positieve impact. Zo ver zelfs dat het doel voor 2040 is om een ‘CO2-negatieve’ onderneming te zijn.
De focus om dit te behalen moet volgens Interface liggen bij de grondstoffen. Met het doel om in 2030 de impact van grondstoffen binnen Interface te halveren. Uniek hieraan is dat dit gaat om ‘absolute targets’, dus ondanks dat het bedrijf natuurlijk groeit ten opzichte van 2019, groeit dat doel om te halveren niet mee met de nummers van 2024. Deze staan in steen.
“I have challenged the people of Interface to make our company the first industrial company in the whole world to attain environmental sustainability, and then to become restorative. To me, being restorative means to put back more than we take, and to do good to the Earth, not just no harm.” - Ray C. Anderson
Maar hoe?
Grondstoffen dus, een mega-impact op je impact. Maar zeker niet de makkelijkste optie om op te besparen. Toch is dat de uitdaging waar elke producent voor zal staan. Want niet alleen helpt een goed beleid hier je eigen bedrijf, maar het heeft een rimpeleffect voor de hele industrie. Wanneer jij als bedrijf alleen nog handelt met leveranciers die aantoonbaar duurzaam bezig zijn, zet je de hele industrie aan het denken.
De garenleveranciers werden hiermee aan het denken gezet, langzaam maar leverden ze meer en meer gerecycled materiaal, zo is er nu zelfs een leverancier die garen maakt van 100% gerecycled materiaal. Dat gerecyclede garen wordt natuurlijk niet alleen door Interface gebruikt maar ook door concurrenten en zelfs de kledingindustrie. Dat rimpeleffect is waar frontrunners in duurzaamheid voor moeten zorgen.
Dan die vierkante tegels, je kan beginnen met minder materiaal te gebruiken, en het materiaal dat je gebruikt duurzamer te werven. Maar ook voor de designers lag er een klus. Met de vierkante tegels ontstond er een unieke mogelijkheid om een design te maken waarbij de tegels in elke richting gelegd moesten kunnen worden zonder dat het ontwerp vervalt. Dit heeft voor ‘random design’ gezorgd. Tegels die op elke manier gelegd en versneden kunnen worden. Met een besparing in verspilling van dien.
Ook nam Interface afscheid van een bitumen backing in 2021, in ruil voor een bio-composiet backing. Met een Één derde afname in CO2-voetafdruk. In Scherpenzeel worden de tapijttegels inmiddels uit 88% gerecycled materiaal gemaakt.
Zo is als laatste de ‘lijm’ onder de loep genomen. Vroeger, en helaas nog heel vaak, wordt tapijt gelijmd aan de vloer. Bij deze verlijming komen vluchtige organische stoffen vrij die nadelig zijn voor het milieu. Hiervoor in de plaats gebruikt interface nu ‘TacTiles’ een speciale sticker die de tegels op zijn plaats houden. Niet alleen duurzaam in installatie, maar ook bij vervanging of verwijdering.
Einde leven
Die TacTiles en voornamelijk het ‘verwijderen’ van de tegels brengt de focus op het einde-leven van een product. Het einde gebruiksduur is een veelbesproken onderwerp van de duurzaamheid van een product. Zoals het hoort in een circulair systeem sluit het einde leven dan ook aan op de productie van de tegels bij Interface.
Als een product nog goed is, is het raar om te recyclen. Want waarom teruggaan naar materiaalniveau als je product gewoon weer ingezet kan worden, hergebruik dus. Dit is de focus van het terugnameprogramma van Interface. Onder het motto ‘Reuse, Recycle, Recover’ worden teruggenomen producten eerst beoordeeld om hergebruikt te worden.
De beste plek voor gebruikte tapijttegels is namelijk op de vloer van iemand anders. Interface werkt samen met lokale liefdadigheidsinstellingen, sociale ondernemingen en bedrijven om dit mogelijk te maken. En voor de persoon die ze terugbrengt kan dit zelfs een bedrag opleveren.
Als hergebruik of herbestemming niet mogelijk is dan worden de tapijttegels gerecycled als grondstof en als zelfs recycling niet mogelijk is kan de tegel als steunbrandstof in de cementindustrie worden verwerkt. Zo gaat niks verloren.
Maak impact
Zo zijn er dus honderden manieren om duurzaamheid op te pakken en aan te jagen. Of dat nu in de productie is, schoonmaak of hergebruik van een product. Als fabrikant zet Interface zich in om verantwoordelijkheid te nemen voor je product, van begin tot eind.
Er ligt dan ook een geweldige kans voor iedereen binnen de gebouwde omgeving om bij het bouwen en renoveren bewust te kiezen voor producten die geen beloftes en compensaties hebben, maar gewoon de laagste onafhankelijk geverifieerde C02-voetafdruk hebben van grondstoffen tot productie.