VAN SMART BUILDING NAAR SMART ENVIRONMENT

Te gast bij CSU in Utrecht spraken diverse experts over Smart Buildings. Ter discussie: het optimaal integreren van systemen, de impact van een slim gebouw op gebruikersgeluk en een Smart Life-benadering.
De aftrap voor het gesprek kwam van moderator Wim Kooyman van Smart WorkPlace: “Voordat we het kunnen hebben over optimaal geïntegreerde systemen en de impact die ze maken, moeten we eerst weten wat we onder een Smart Building verstaan. Hoe definiëren jullie een slim gebouw?” Bart Valks van TU Delft omschreef: “Een Smart Building ondersteunt je gebruikers in het zo goed mogelijk gebruiken van ruimte, laat je het vastgoed beter begrijpen én het gebouw beter sturen op basis van bezetting en benutting.” Ook Diane van Dijk van CSU ziet die voordelen. “Daarnaast zorgen we dankzij slimme gebouwen voor optimalisatie van het klimaat. Een slim gebouw richt zich niet op één pijler, maar verschillende. Het moet de gebruiker comfort bieden.”
Toekomstbestendige infrastructuur
Volgens Ton Glashorst van DWA heeft een slim gebouw een Digital Twin. “Die digitale tweeling maakt de gegevens begrijpelijk, zodat computers er iets mee kunnen doen. Met die applicaties snapt het gebouw wat de gebruikers aan het doen zijn en wat er om het gebouw heen gebeurt. Verder moeten slimme gebouwen samenwerken, bijvoorbeeld om het energienet zo slim mogelijk te gebruiken. Daar heb je een dirigent voor nodig.” Han van Someren van VodafoneZiggo refereerde naar een weerbarstige praktijk, met nog een heleboel out of date-gebouwen: “De infrastructuur is nog lang niet overal ver genoeg. Er zijn genoeg voorbeelden van gebouwen uit de jaren 70, waarbij je een zeer beperkte dataverzameling hebt. Dat beperkt onder andere je controle over een basispijler als het klimaat, terwijl medewerkers steeds hogere verwachtingen hebben van een gebouw. Daar kan een mismatch optreden.” Juist om die reden adviseerde Glashorst om vanaf nu bij alle nieuwbouw- en renovatieprocessen goed rekening te houden met de benodigde randvoorwaarden voor slimme gebouwen. Een toekomstbestendige infrastructuur is daar een belangrijk onderdeel van, vond Pim Rutgers van Physee: “Als randvoorwaarden goed zijn ingevuld, gebruikt je gebouw data om allerlei wensen in te vullen. Zoals een optimaal klimaat en energiehuishouding en een optimale benutting van ruimte.” Toch vindt Valks dat we meer uit Smart Buildings kunnen halen. Op dit moment is het begrip volgens hem een nauwe gedachte. “Dat terwijl we schaal willen vergroten naar een slimme campus, of zelfs een slimme stad. Als je oplossingen wilt bieden rondom bijvoorbeeld benutting van ruimte, het verdelen van energiebehoefte of het gezonder en gelukkiger maken van gebruikers, dan kun je dit beter in een groter perspectief plaatsen. Bekijk het over een complete omgeving, in plaats van alleen een gebouw.”
Jan Willem de Wit van gemeente Hilversum plaatste hier een kanttekening: “Vaak is data wel aanwezig, maar gefragmenteerd. Als we informatie koppelen en verbindingen maken, dan komen we verder.” Maar krijgt die integratie op korte termijn een vlucht, of is die realiteit nog ver weg? Volgens Van Dijk is er veel data beschikbaar, maar is de koppeling nog niet goed genoeg. “Ook zijn er gebouwen, zoals Han al aangeeft, met een ouderwetse infrastructuur en waar we zelfs niet weten wat de energiebehoefte of -opwekking is. Complexere vraagstukken dan energie blijven dan ook onbelicht in die gebouwen.”
Uniformiteit
Daarnaast bestaat een Smart Building op dit moment vaak uit een veelvoud aan systemen en protocollen, aangevoerd vanuit een breed spectrum leveranciers. Rutgers vond dat versnelling plaatsvindt als deze systemen niet langer een gesloten ‘black box’ zijn, maar er een uniforme standaard verrijst, met open protocollen. “Vervolgens moet die standaard in de Europese wetgeving worden meegenomen, zodat de verwachtingen voor iedereen duidelijk zijn.” Van Someren voegde toe: “We moeten naar een systeem toe waarin we data ophalen uit ieder onderdeel en dit centraal presenteren. Uiteindelijk wordt steeds meer gedigitaliseerd. Dat betekent dat we van de legacy devices afgaan en software steeds meer met elkaar praat en afstemt.”
Sluitende businesscase
Wanneer je investeert in systemen, dan weet je één ding zeker: de keuze is reuze. Bart de Jong van Young Group: “Als eindgebruiker heb je al meer dan genoeg applicaties om je werk goed te doen. Daarom zijn bundeling van informatie, het spreken van één taal en het onderbrengen van verschillende mogelijkheden in één app zo belangrijk.” De kunst is volgens Glashorst om alles samen te brengen. Hij vond dat het verduurzamingsvraagstuk als katalysator dient: “We willen verduurzamen en daarvoor hebben we slimme, geïntegreerde systemen nodig. Er is een war for talent gaande en bedrijven willen talent binnenhalen én behouden. Medewerkers zijn op hun beurt trots op het bedrijf en willen elkaar ontmoeten in een fijne omgeving.” Valks gaf aan dat een geïntegreerd systeem haalbaar is, maar dat het ook de vraag is hoe je dit beheert en in stand houdt. “Het vraagt om continue capaciteit en specialismes om zo’n smart systeem te gebruiken en in stand te houden. Als het zo veel moeite kost om dit optimum te bereiken, wil je het dan nog wel? Denk vooraf goed na over wat je behoefte is en maak keuzes, dan blijft je beheer ook beheersbaar.”